Mijn eerste bezoek aan China.

Met Take One Advertising Centre, mijn toenmalige bedrijf, scoorde ik in 1993 een grote order bij RVS Verzekeringen. Er werkten er toen ruim 1.200 verkoopadviseurs. Dat kwam door de fusie met Victoria Vesta. En deze adviseurs werden in de gelegenheid gesteld RVS relatiegeschenken te bestellen. De aanvraag werd ook mij gegund. Achteraf hoor je dat ze twee ‘grote jongens’ uit het westen hadden gevraagd een offerte uit te brengen. “Laten we die jongen uit Hengelo ook maar vragen” was letterlijk de opmerking van een leidinggevende. En zo mochten we een offerte uitbrengen van 85.000 balpennen, 40.000 aanstekers, 12.000 fineliners, 4.000 custom made sporttassen, 1.000 rijbewijsetuis, 4.000 paraplu’s, 28.000 pluche beestjes en nog een heleboel strooigoed. Van speelkaarten tot rugtassen, van alles zat erin. Dit hele pakket moest op bestelling bij elkaar gepakt worden en uiteindelijk in maart geleverd.

Op reis naar het Verre Oosten.

De order werd vergeven eind november 1992. En 11 december zat ik in het vliegtuig op weg naar Hong Kong. Daar had ik een afspraak met een Chinese paraplu en sporttassen fabrikant die ik kende van mijn vorige baan. Hij maakte mijn grootste order ooit. 32.500 tassen voor de Belastingdienst en Douane.

In 1991 werd toen mijn voorstel gekozen, een aardigheidje voor alle medewerkers van de Belastingdienst en de Douane die een decentralisatie project aan het afronden waren.

Naast Harris Yik, zo heette de Chinees, had ik ook een afspraak met een Nederlandse importeur, die in Hong Kong ook kantoor hield.

Het grootste deel van de order bracht ik bij Harris Yik onder omdat hij niet alleen de beste prijzen had. Hij was ook de enige die me binnen twee dagen van alle artikelen een monster in tweevoud kon laten zien.

Ik weet nog goed dat één van de belangrijkste actualiteiten de Chinese eenwording was. In 1997 zou Hong Kong door Engeland teruggegeven worden aan China. De Hong Kong Chinezen waren bang dat ze dan opgesloten zouden raken in hun stad, of zelfs onder de Chinese wet zouden komen te vallen.

Om daar onderuit te komen spaarde elke Hong Kong Chinees voor een Canadees paspoort. Want je kon Hong Kong ontvluchten met twee paspoorten. Je behield dan namelijk het recht op reizen. Voor slechts $ 100.000 kon je zo’n paspoort kopen. Vandaar dat een gemiddelde inwoner van Hong Kong best een kapitaaltje op de bank had staan, maar dit nooit gebruikte.

Buiten Hong Kong.

Als we van China met de trein naar Guangzhou gingen, eerst een visum regelen bij de grens, dan moest je lopende de grens over. Imponerende soldaten met grote petten hielden daar alles in de gaten. Ook stond er een grote digitale klok die aftelde wanneer Hong Kong in Chinese handen zou vallen.

Eenmaal de grens over kon je de trein weer en vervolgde je de reis die ongeveer 3 uur duurde.

Je kwam dan als eerste langs een stadje met een gigantische rotzooi en vieze huizen. Shenzhen was een, voor Chinese begrippen, klein stadje met nog geen 100.000 inwoners. Er waren een paar horlogeproducenten die daar hun productie hadden. Nu is Shenzhen uitgegroeid tot een metropool met meer dan 12 miljoen inwoners. Het is een technologisch centrum geworden waar bedrijven als Microsoft en HP hun productie hebben.

Eenmaal in Guangzhou aangekomen werd je opgevangen door mensen die vrijwel allemaal maar aan 1 ding dachten: Hoe pak ik hem zo veel mogelijk geld af zonder dat de politie mij kan pakken. Het waren met name de taxichauffeurs die hier zeer bedreven in waren. Ze maakten dankbaar gebruik van onze haast en hun communicatie zwakte met als inzet: RENMINBI.

De wegen waren zeer slecht, heftrucks reden in de mist op de snelweg en tractoren keerden. Vrachtwagens werden aan de kant gelost en bij het lossen werden voorbijgangers bijna onthoofd door uitstekende lading die op de lepels van een draaiende heftruck lagen. Echt levensgevaarlijk was het toen. En vies. Echt vies.

Wij werden gweilo genoemd omdat de Chinezen onze huidskleur niet kenden. En omdat ze bang voor ons waren omdat we vooral groter waren. Later werden de ouderen gweilo genoemd die probeerde jonge Chinese meisje te versieren om ze een betere toekomst te beloven in hun eigen land.

Niet gastvrij door gebrek aan communicatie.

China was toen absoluut geen gastvrij land, tenminste niet waar ik kwam. Tegenwoordig is dat gelukkig anders. Ik vind het zelfs wel aangenaam er te zijn. Dat dit nu anders is komt hoofdzakelijk aan de betere communicatie. Elke Hong Kong Chinees verstaat nu Engels, zelfs een taxichauffeur. Dat, in combinatie met het lekkere weer daar en het weidse uitzicht maakt Hong Kong tot een prima plek om te zijn. Maar ook de rest van China gaat echt met sprongen vooruit. Qua hygiene misschien niet zo snel als de stedelijke groei, maar ook om Hong Kong heen wordt alles heel snel beter.

Misschien dat het nu tijd is om de naast familie eens een keer te laten zien waar ik de weg redelijk goed ken en hoe het vroeger allemaal anders was.

Mijn eerste bezoek aan China.

Met Take One Advertising Centre, mijn toenmalige bedrijf, scoorde ik in 1993 een grote order bij RVS Verzekeringen. Toen werkten er ruim 1.200 verkoopadviseurs bij RVS. Dat kwam door de fusie met Victoria Vesta. En deze adviseurs werden in de gelegenheid gesteld RVS relatiegeschenken te bestellen. De aanvraag werd ook mij gegund. Achteraf hoor je dat ze twee ‘grote jongens’ uit het westen hadden gevraagd een offerte uit te brengen. “Laten we die jongen uit Hengelo ook maar vragen” was letterlijk de opmerking van een leidinggevende. En zo mochten we een offerte uitbrengen van 85.000 balpennen, 40.000 aanstekers, 12.000 fineliners, 4.000 custom made sporttassen, 1.000 rijbewijsetuis, 4.000 paraplu’s, 28.000 pluche beestjes en nog een heleboel strooigoed. Van speelkaarten tot rugtassen, van alles zat erin. Dit hele pakket moest op bestelling bij elkaar gepakt worden en uiteindelijk in maart geleverd.

Op reis naar het Verre Oosten.

De order werd vergeven eind november 1992. En 11 december zat ik in het vliegtuig op weg naar Hong Kong. Daar had ik een afspraak met een Chinese paraplu en sporttassen fabrikant die ik kende van mijn vorige baan. Hij maakte mijn grootste order ooit. 32.500 tassen voor de Belastingdienst en Douane.

Een jaar daarvoor, in 1991 werd toen mijn voorstel gekozen door het ministerie van Financiën: een aardigheidje voor alle medewerkers van de Belastingdienst en de Douane die een decentralisatie project aan het afronden waren.

Naast Harris Yik, zo heette de Chinees, had ik ook een afspraak met een Nederlandse importeur, die in Hong Kong ook kantoor hield.

Het grootste deel van de order bracht ik bij Harris Yik onder omdat hij niet alleen de beste prijzen had. Hij was ook de enige die me binnen twee dagen van alle artikelen een monster in tweevoud kon laten zien.

Ik weet nog goed dat één van de belangrijkste actualiteiten de Chinese eenwording was. In 1997 zou Hong Kong door Engeland teruggegeven worden aan China. De Hong Kong Chinezen waren bang dat ze dan opgesloten zouden raken in hun stad, of zelfs onder de Chinese wet zouden komen te vallen.

Om daar onderuit te komen spaarde elke Hong Kong Chinees voor een Canadees paspoort. Want je kon Hong Kong ontvluchten met twee paspoorten. Je behield dan namelijk het recht op reizen. Voor slechts $ 100.000 kon je zo’n paspoort kopen. Vandaar dat een gemiddelde inwoner van Hong Kong best een kapitaaltje op de bank had staan, maar dit nooit gebruikte.

Buiten Hong Kong.

Als we van China met de trein naar Guangzhou gingen, eerst een visum regelen bij de grens, dan moest je lopende de grens over. Imponerende soldaten met grote petten hielden daar alles in de gaten. Ook stond er een grote digitale klok die aftelde wanneer Hong Kong in Chinese handen zou vallen.

Eenmaal de grens over kon je de trein weer en vervolgde je de reis die ongeveer 3 uur duurde.

Je kwam dan als eerste langs een stadje met een gigantische rotzooi en vieze huizen. Shenzhen was een, voor Chinese begrippen, klein vissersdorpje met nog geen 100.000 inwoners. In die tijd waren er een paar horlogeproducenten die daar hun productie hadden. Nu is Shenzhen uitgegroeid tot een metropool. In het gebied wonen ruim 66 miljoen mensen. Het is een Silicon Valey geworden waar bedrijven als Microsoft en HP hun productie hebben. https://www.nrc.nl/nieuws/2017/07/05/made-created-in-china-11657935-a1565671

Eenmaal in Guangzhou aangekomen werd je opgevangen door mensen die vrijwel allemaal maar aan 1 ding dachten: Hoe pak ik hem zo veel mogelijk geld af zonder dat de politie mij kan pakken. Het waren met name de taxichauffeurs die hier zeer bedreven in waren. Ze maakten dankbaar gebruik van onze haast en hun communicatie zwakte met als inzet: RENMINBI.

De wegen waren zeer slecht, heftrucks reden in de mist op de snelweg en tractoren keerden. Vrachtwagens werden aan de kant gelost en bij het lossen werden voorbijgangers bijna onthoofd door uitstekende lading die op de lepels van een draaiende heftruck lagen. Echt levensgevaarlijk was het toen. En vies. Echt vies.

Wij werden gweilo genoemd omdat de Chinezen onze huidskleur niet kenden. En omdat ze bang voor ons waren omdat we vooral groter waren. Later werden de ouderen gweilo genoemd die probeerde jonge Chinese meisje te versieren om ze een betere toekomst te beloven in hun eigen land.

Niet gastvrij door gebrek aan communicatie.

China was toen absoluut geen gastvrij land, tenminste niet waar ik kwam. Tegenwoordig is dat gelukkig anders. Ik vind het zelfs wel aangenaam er te zijn. Dat dit nu anders is komt hoofdzakelijk aan de betere communicatie. Elke Hong Kong Chinees verstaat nu Engels, zelfs een taxichauffeur. Dat, in combinatie met het lekkere weer daar en het weidse uitzicht maakt Hong Kong tot een prima plek om te zijn. Maar ook de rest van China gaat echt met sprongen vooruit. Qua hygiene misschien niet zo snel als de stedelijke groei, maar ook om Hong Kong heen wordt alles heel snel beter.

Misschien dat het nu tijd is om de naast familie eens een keer te laten zien waar ik de weg redelijk goed ken en hoe het vroeger allemaal anders was.